ESTHER BRUGGINK LAAT ZICH GRAAG INSPIREREN DOOR MYTHES, ALLEGORISCHE VERTELLINGEN EN SPROOKJES UIT ALLE LANDEN VAN DE WERELD. DE PSYCHOLOGISCHE BETEKENISSEN DIE ZICH VERSCHUILEN ACHTER DIE OORSPRONKELIJKE VERHALEN -VERWEVEN MET HAAR PERSOONLIJKE ERVARINGEN- VORMEN HET UITGANGSPUNT VAN HAAR WERK.
HET DRAAIT OM DE BESCHERMING EN HET KOESTEREN VAN HET KWETSBARE, MAAR OOK DE BERUSTING IN HET ONVERMIJDELIJKE (AMOR FATI). WE ZIJN BEZIG OM ONZE AARDE TE VERZIEKEN EN WE ZOEKEN ONVERMOEIBAAR NAAR MIDDELEN OM DE NATUUR NAAR ONZE HAND TE ZETTEN. BRUGGINK VERZET ZICH DAARTEGEN DOOR HET LEVEN IN AL ZIJN GEDAANTES TE BESCHERMEN DOOR HET WAARDEVOLLE ERVAN ZICHTBAAR TE MAKEN IN HAAR BEELDTAAL.
Tekst: Thea Vuik 2023 voor Handwerken zonder grenzen nr 236 2023
Koesterende Omarming
Ze werkt vooral met mat, semi doorschijnende polyesterfilm, wat een verhullende werking heeft op datgene wat er zich onderbevindt. Het materiaal heeft iets onschuldigs, creëert iets wat je niet helemaalgoed kan zien, maar waarvan je wel het vermoeden hebt dat het daar is. Of iets wat in je hoofd zou kunnen bestaan, maar er
misschien niet echt is. In eerste instantie gebruikte Esther Bruggink hiervoor kalkpapier, maar ze ging al gauw op zoek naar iets wat diezelfde kwetsbare uitstraling had, maar niet verkleurde en tegen vocht kon. “Dat kalkpapier wordt ook een beetje viezig”, vult ze aan, “en dat wil ik juist niet. Ik was eigenlijk op zoek naar materiaal wat een immateriële uitstraling heeft: wat in de loop van de tijd niet een eigen leven gaat leiden.`
HANDWERK
Esther Bruggink is opgeleid als beeldhouwer, maar wilde al gauw ‘lichter’ gaan werken. Heel anders dan het hakken in hout en het gieten in brons. Ze schetst haar figuren eerst in een 3D-vorm van metaaldraad:
een ruimtelijk patroon. “Dan kijk ik of alle verhoudingen goed zijn”, legt ze uit. “Later maak ik dan nog een schets in draad van messing - want dat roest niet - en kijk ik naar de vlakverdeling en pas dat indien nodig aan. Dit wordt het geraamte wat ik vervolgens met polyesterfilm ga bekleden. Die delen die ik uitgeknipt heb, naai ik
handmatig met een chirurgennaald aan elkaar.` De vraag die wel eens aan haar wordt gesteld is waarom ze het handwerk niet laat uitbesteden. Esther: “Daar heb ik wel eens over nagedacht maar het geeft mij veel rust om dit werk wel zelf te doen. Ik heb een hectisch leven met de zorg voor een tweeling van 16 die allebei de ziekte van Duchenne hebben met een autisme spectrum stoornis. Dat is heel intensief en dit monotone werk is te vergelijken met een reis. Net als al die mensen die in sprookjes op reis gaan; weg van huis, dingen gaan
ontdekken om uiteindelijk bij hun ware zelf terug te komen. Ik doe hetzelfde als ik naar mijn atelier ga. Het handwerk geeft me de ruimte om over dingen na te denken. Ik heb ook het idee dat je aan het werk ziet dat er
veel concentratie in gestopt is. Ik heb wel eens een kunstenaar gezien die allemaal kleine vormpjes had laten frezen met de computer en dat is mij toch te perfect. Ik vind het heel fijn dat het handwerk is en dat je dat kunt zien. Daar gaat mijn werk ook over; over het omarmen van het imperfecte en alle afwijkingen die er zijn en die we eigenlijk allemaal hebben.`
EENHOORN
Één van de verhalen die voor Esther een bron van inspiratie is, reikt ver terug. In het Musée National du Moyen Age, Cluny te Parijs hangt een zesdelige laatmiddeleeuwse serie wandtapijten met als titel ‘La dame a la Licorne’. Op al deze tapijten wordt telkens een ‘Hortus Conclusus’ getoond, als een zwevende tuin met daarin een maagd en een eenhoorn. Vijf tapijten hiervan beelden de vijf zintuigen uit. Op een van de tapijten zit een dame (Maria?!) met de poten van een eenhoorn op haar schoot. Het verhaal gaat over een eenhoorn die je nooit kunt vangen, tenzij hij een maagd ziet; dan valt hij in slaap op haar schoot. Esther: “Een eenhoorn komt al veel eerder dan de middeleeuwen in Indiase sprookjes voor en er wordt zelfs in de Bijbel over gesproken. In de kunsten is het een belangrijk figuur geworden en verwijst het naar het Lam Gods, dus Jezus. Vergeet niet de erotiek die er in het verhaal besloten ligt. De afgesloten tuin en de hoorn van de eenhoorn bij een maagd op schoot. Dat vind ik allemaal super fascinerend.”
PLANTEN
Millefleurs betekent letterlijk ‘duizend bloemen’ in het Frans en verwijst naar een achtergrond gemaakt van vele kleine bloemen en planten. Het was een bijzonder populair motief in wandtapijten en andere toegepaste kunsten en ambachten in de Middeleeuwen. Esther heeft een serie ‘Millefleurs’ gemaakt met extra aandacht
voor de worteltjes die deze planten allemaal hebben. Dat soort details vallen haar in het bijzonder op en zijn vaak in haar planten verwerkt. “Voor mij is dat een teken dat je de materiële wereld loslaat op weg naar een andere dimensie. Die planten zitten dus niet met hun wortels in de aarde, nee ze zweven.” Tijdens de coronatijd heeft haar eerdere idee van het willen beschermen van de kwetsbaarheid van de natuur, meer vorm gekregen. Deze ‘planten in quarantaine’ staan symbool voor hoe we met de natuur omgaan en die we aan
het uitbuiten zijn. Dat de natuurlijke habitat van dieren en planten helemaal ingenomen wordt door de mensen. “Daarom zitten we nu met een dergelijke epidemie”’, concludeert Esther.
RUSALKA
We komen terug bij de figuren: Esther onthult Rusalka die in het atelier opgeslagen ligt. Ze vertelt erover; Rusalka is de titel van een opera van Dvorák over het sprookje van de kleine zeemeermin die verliefd wordt op een prins. Het sprookje loopt slecht af, want de prins ziet haar niet zitten omdat ze haar stem heeft verloren in
ruil voor benen. Uiteindelijk stort Rusalka zich wanhopig in het schuim van de zee. “Het gaat over het verlies van je persoonlijke zelf. Het belangrijkste is dat je je unieke zelf, die jij bent, het beste tot zijn recht laat
komen”, verklaart ze. “Je bent het beste in de rol te spelen die jezelf bent.` Haar Rusalka ligt op haar zij met de ogen gesloten in een glazen kist. Met de longen op de rug als twee duikflessen of misschien zijn het vleugels? Esther: “De positie van het licht bepaalt wat je ziet. Er zit een structuur onder de huid van polyesterfilm en zeker bij tegenlicht zie je dat duidelijk. Ik heb stukken gehaakt met blauwe en groene borduurzijde en die zitten her en der vast met een wit draadje. Het hangt er een beetje los in als het ware.”
SYMMETRIE
Esther is momenteel aan het werk met vlekken die op een Rorschach test lijken. Ze experimenteert ermee door er 3D-achtige vormen mee te maken. “Ik vind het mooi dat er die symmetrie in zit, waardoor het heel snel iets organisch krijgt. Het ermee spelen is al zo leuk, op een gegeven moment had ik mijn hele atelier vol met
allemaal vlekken liggen. Ik heb inmiddels nog hele stapels waar nog iets mee moet.” We laten ons verrassen: Esther Brugginks nieuwe werk zal vast niet te expliciet worden, het zal fragiel en licht zijn. Voor de
rest laat ze zichzelf graag leiden door de verrassingen die het nieuwe proces haar zal brengen en welk verhaal er de richting aan geeft.
Beelden
kwartaalblad voor ruimtelijk georienterde kunst
2# 2010/ jaargang 13,no 50
Onwereldse schoonheid: Rusalka van Esther Bruggink geschreven door Anne Berk
Voortdurend zien nieuwe kunstwerken het licht, die samen het sediment van deze tijdgeest vormen. En als kunstrecensent heb ik het voorrecht daar getuige van te zijn. Een gestage stroom beelden trekt aan mij voorbij en sommigen blijven haken in mijn ziel, zoals het wonderschone ‘Rusalka’ van Esther Bruggink (1971).
Ik had eerder een beeld van haar gezien in de Grote Kerk in Den Haag, ‘Enantiodromia’ genaamd. Het was een ijl meisjesfiguurtje met een kapje op haar hoofd, dat wijdbeens op de koude zerkenvloer was beland. Ontgoocheld leek het wel, als een engeltje dat –pats boem- een harde landing maakt in de kille werkelijkheid. Het beeld viel op door de expressiviteit van de lichaamshouding en het ongewone materiaalgebruik. Bruggink had heel zorgvuldig een skelet van metaaldraad geconstrueerd en dat bekleed met stukjes halfdoorzichtige polyesterfilm, die ze met een chirurgennaald aan elkaar naaide. Die techniek verleende het figuurtje iets onstoffelijks en dat is nogal ongebruikelijk in de aardse en grondgebonden beeldhouwkunst.
Bij de aanblik van ‘Rusalka’ hield ik mijn adem in. Ditmaal ging het om een liggend figuurtje in een glazen kistje, dat op het Lange Voorhout was opgesteld als onderdeel van Den Haag Sculptuur 2006. ‘Rusalka’ verwijst naar het verhaal van de kleine zeemeermin uit de gelijknamige opera van Dvorzák en net als de zeemeermin lijkt dit sprookjesachtige figuurtje afkomstig uit een andere wereld.
Haar aderen zijn zichtbaar door haar doorschijnende huid en om te ademen is ze afhankelijk van de zuurstofflessen, die als vleugels op haar rug zijn bevestigd. Dit wezen in haar glazen kistje is van een schoonheid die niet van deze aarde is. De slapende Rusalka roept allerlei associaties op, van Sneeuwwitje, elfjes, engelen tot couveusekindjes. Vroeggeborenen worden in de couveuse verzorgd tot ze het leven zelf aan kunnen. De opgebaarde Sneeuwwitje wacht op een levenbrengende kus. Het zijn allemaal motieven die de grenzen van het leven aftasten. En van wat die grens passeert kunnen wij alleen maar dromen.
Anne Berk
De kans dat je als kunstgeïnteresseerde reiziger eens een museum binnenloopt als je met vakantie in het buitenland bent is groot. Omdat er via het internet enorm veel exposities gemakkelijk te achterhalen zijn is het wel aardig, lijkt me, om eens te bezien, zie ook gisteren, wat de Nederlandse kunstenaar nu in het buitenland doet. Dat is niet echt veel. Als je niet tot het bekende rijtje toptieners van de Nederlandse kunst behoort is het moeilijk om in het buitenland een tentoonstelling te krijgen op een goede locatie. Je moet dus echt speuren naar Nederlandse kunst van kwaliteit en het is daarom een verrassing te noemen dat dit werk van Esther Bruggink in het zuiden van Frankrijk zomaar in een rijtje met echt bekende buitenlandse kunstenaars staat. Op dit moment is er ook werk van Esther Bruggink in het Museum Kranenborgh in Bergen te zien.
De titel Rusalka komt van de gelijknamige opera van Dvorak die gebaseerd is op het sprookje `de kleine zeemeermin`. Vermoedelijk is dit ook een kleine zeemeermin. Het beeld, heeft zuurstoftanks op haar rug die aan haar vastgegroeid zijn als de vleugels van een engel. Het kunstmatige is deel geworden van het lichaam. Zij is gemaakt van transparant materiaal waar doorheen een structuur zichtbaar is van iets wat lijkt op aders of schubben. Dit maakt haar kwetsbaar en vervreemdend tegelijk. Deze kwetsbaarheid kan leiden tot verbondenheid, omdat men haar als toeschouwer zou willen aanraken dan wel beschermen. De vervreemding, door de plaatsing ook in een vitrine, leidt misschien juist tot een gevoel van afstand, alsof zij uit een andere, niet te begrijpen, wereld komt. Afgesloten van de buitenwereld, maar desondanks kwetsbaar en fragiel. Wij mogen wel iets zien, maar een echt contact hebben we niet. Het werk is zachtaardig, poëtisch mede door dat gebruik van transparante polyesterfilm en materialen als borduurgaren en messingdraad.
© Copyright 2013: Arno Kramer.
Tubelight
recensies
over hedendaagse
beeldende kunst
• Recensies
• Spotlights
• Columns
• Extra
• Colofon
• Adverteren
zoek in archief
HTMLDirect
Eindeloos piafferen
(Recensie/Alexander Mayhew/Tubelight 63/10.07.2009)
`En de koningin van de nacht werd Van Grunsven, die op de late zaterdagavond piaffeerde op de klanken van Edith Piaf voor de ogen van vijftigduizend mensen die ademloos toekeken hoe de symbiose tussen mens en paard in een gepassioneerde dans gestalte kreeg`, aldus NRC Handelsblad op 28 augustus 2006. In de dressuur is de piaffe één van de zwaarste oefeningen voor het paard. Het paard draaft op de plaats en moet constant in hetzelfde ritme blijven. Dit houdt een paard ongeveer dertig passen vol. Dan staat het schuim om de mond.
In de video Torn Horse van Mirjam Somers (1971) doet een paard zonder ruiter de piaffe en houdt dit zelfs ongeveer 150 passen vol, zonder dat het schuim om de mond staat. Ook als je niets weet van de ruitersport zie je aan het hele lichaam van het paard dat deze oefening extreem inspannend is. Je beseft dat dit paard in werkelijkheid niet zoveel passen achter elkaar heeft gemaakt, en toch wil je als toeschouwer het liefst dat het paard tot stilstand komt. Het is uitermate ongemakkelijk om dit dier zoveel aangeleerde en onnatuurlijke passen achter elkaar te zien maken.
Een zelfde verontrusting bekruipt je bij de sculpturen van Esther Bruggink (1971), die zijn opgebouwd uit stukjes transparante polyesterfilm die met borduurgaren rond een armatuur van messingdraad worden genaaid. In het beeld, dat een baby of embryo zou kunnen zijn, zie je door het transparante polyesterfilm een aderstructuur. Deze is gemaakt van roodgekleurd rubber. Net als het paard van Somers toont het zich kwetsbaar en lijkt het zich over te moeten leveren aan krachten waar het zelf geen invloed op heeft.
Het is duidelijk zichtbaar dat het werk van beide kunstenaars arbeidsintensief en tijdrovend is. De weg van het oorspronkelijke idee naar de gekozen uitdrukkingsvorm is lang. De kwetsbaarheid van de mens en de structuren waar de mens gewild en ongewild in verzeild raakt, worden door beide kunstenaars beklemmend in beeld gebracht. Zij gunnen zichzelf en ook de toeschouwer geen vrijblijvendheid.
De werken van Bruggink vinden hun oorsprong vaak in sprookjes en mythen. Net als de videowerken van Somers doen haar figuren op het eerste gezicht feeëriek aan. De benaderbaarheid is hierdoor groot. Ook de bijzondere technieken van Bruggink wil je graag van dichtbij bestuderen. Bij nadere beschouwing blijkt elk werk echter een oefening te zijn in het verdwijnen. Hoe dichterbij je komt, hoe groter de afstand lijkt te worden. Haar figuren balanceren tussen leven en dood, tussen slapen en waken, tussen diepe concentratie en coma. Verleidelijk, maar uiteindelijk onbereikbaar.
Het verdwijnen zie je ook terug in de video Persistence van Somers. Een vrouw ligt onder een boom en lijkt uiteindelijk in de grond te verzinken. Dit effect wordt bereikt door de bewegende schaduwen die steeds op haar gezicht vallen één voor één stil te zetten, totdat haar hele gezicht in de schaduw ligt en zij bijna samenvalt met de ondergrond. Het stilzetten van de schaduwen is zo subtiel gedaan, dat je eigenlijk niet door hebt wat er gebeurt. Lang blijf je denken dat de vrouw in de grond verdwijnt, maar uiteindelijk blijkt dat toch niet het geval te zijn. Slechts de schaduwen creëren de verwijdering.
In haar meest recente werk toont Bruggink een naakte vrouwenfiguur uit wit gips, die met haar kont omhoog op een wit bed ligt. Haar bruine haren liggen als een decoratie van vertakkingen om haar hoofd als een soort van `hortus conclusus`. Het hoofd lijkt te willen vluchten, terwijl het lichaam zich aanbiedt als seksuele prooi. De rug staat echter gekromd en niet hol. Ook hier balanceert de figuur weer op meerdere grenzen: aanvaller en slachtoffer, puber en volwassene, hoer en maagd.
De thematiek van beide kunstenaars lijkt bijna naadloos in elkaar over te gaan. Enkele jaren geleden maakten Bruggink en Somers gezamenlijk de video Fathom. Deze is nu niet te zien, maar als verbindend element is dat ook niet nodig. De tentoongestelde werken verbinden zich uit zichzelf met elkaar. Dat behoeft geen enkele katalysator.
INFO
BRUGGINK & SOMERS
Esther Bruggink en Mirjam Somers
7 juni t/m 12 juli 2009
Galerie 37 Spaarnestad
Groot Heiligland 37, Haarlem
Volkskrant 7-11-2011 door Sacha Bronwasser
Uitstalling van een liefhebber
BEELDENDE KUNST
LICHT
Nieuwe Vide, Mickelersweg 6,Haarlem
t/m 3-12. do-za 12-17u.
Deze kunstenaars houden het nationale peil hoog.
Deprimerend, wintertijd. Blèh, die vroege schemering. Maar wie het
project van Elinor Archer leert kennen,klaagt niet meer. De kunstenares
verhuisde voor de expositie Licht alle lampen uit haar appartement
naar kunstenaarsinitiatief Nieuwe Vide in Haarlem. Vanuit
haar donkere huis houdt Archer er een weblog over bij, die op de site
en ter plekke te lezen is. ‘Leven zonder licht is geen pretje.
Het is niet, ik wou dat er een beter woord was, gezellig’, schrijft ze al
op dag 1–en dan moeten de sloffen en de lenzen nog kwijtraken. Om
17.15 uur is de dag eigenlijk al voorbij. Er ligt iets vies op de trap, maar
wat? Is de kip wel gaar? Het donker blijkt een monster: na een week wil
ze niet meer naar huis. Je moet het mooie project niet
overslaan op de tentoonstelling Licht die gastconservator (en kunstenaar)
Moritz Ebinger voor de Nieuw Vide maakte. Ebinger houdt
van eenvoudige concepten –eerder maakte hij radio-uitzendingen
rond het thema Rood, waar ook al bleek dat één goed gekozen woord
een woud aan associaties kan oproepen. Maar behalve van eenvoud houdt
Ebinger ook van vol en veel. Er lopen nu twee tentoonstellingen van
hem tegelijk in dezelfde ruimte: een sinds januari doorgoeiende expositie
met muurtekeningen (Zwaan Kleef Aan) en in dezelfde
ruimtes nu ruim twintig werken waarvan licht het onderwerp of een
lichtbron een beeldmiddel is. In de ruimte zonder ramen is de verlichting
overigens bijna alleen van de kunstwerken zelf – projectie, tl,
overheadprojector. Het is een uitstalling van een liefhebber.
Minder een expositie dan een waaier van favorieten.Even zoeken
en je vindt er allerlei moois:
het beeldje van Esther Bruggink bijvoorbeeld, een zuigeling genaaid
van stukken polyesterfilm (lijkt op kalkpapier), in zijn lijfje een kluwen
rood draad, vaag zichtbaar als een adergestel.
Zes kastjes van Mirjam Kuitenbrouwer maken door foto’s en draden
die als perpectieflijnen gespannen zijn, het verstrijken van de tijd
en het licht zichtbaar. In de video Sun jie, I see a spirit fly van Danielle
Lemaire krijgt een lichtvlekje de rol van leidende geest. En in een verduisterde
tent van Magdalena van Eersel zijn in wit draad geborduurde
freaks te zien: de vrouw met de baard, de Siamese tweeling, bij
blacklight, toch al zo’n stiekem soort verlichting.
Er zijn wat kleine verbanden, het woord engelen valt bij een paar
werken, maar het is wat ongericht. Dat geeft niet, want het zijn dit
soort tentoonstellingen, gemaakt door kunstenaars zelf, die het nationale
niveau op peil houden. De humuslaag in het fijnmazige Nederlandse
stelsel. Kunstenaarsvereniging Nieuwe Vide, praktisch,
treedt ook als galerist op en geeft de prijzenlijst mee.
Maar het is ook het soort tentoonstelling waar in de hardere cultuuraanpaak
waarschijnlijk geen plaats meer is. De Nieuwe Vide zou
worden weggesaneerd, maar knokte afgelopen jaar bij de gemeente
Haarlem een kleine doorstart bij elkaar.
Een lichtpuntje.
Sacha Bronwasser
Esther Bruggink, zonder titel. Foto Simon van Boxtel
( bij het artikel is de foto van de (baby) sculptuur uit 2006 geplaatst, zie op deze site onder sculptures)
De meester: Esther Bruggink
Leren kijken en nadenken volgens de socratische methode
zaterdag 7 juli 2012
Esther Bruggink in het Rijksmuseum. Foto: Simon van Boxtel.
Iedere maand vraagt Kunstbeeld een beeldend kunstenaar naar zijn of haar ervaringen met het kunstonderwijs. Deze maand: Esther Bruggink (1971), al meer dan tien jaar werkzaam als docent bij Kunstkijkuren.
Samen met twaalf andere kunstenaars/docenten geeft Esther Bruggink les aan leerlingen van de twee hoogste klassen van Amsterdamse basisscholen. Onder haar leiding bezoeken de kinderen topmusea en leren ze zelfstandig kijken en nadenken, ook over actuele onderwerpen. Per 1 augustus gaat de stekker uit het project.
Sandra Jongenelen | Bij de Amsterdamse Kunstkijkuren die sinds 1948 bestaan, geven de docenten les volgens de socratische methode. “In plaats van een verhaal af te steken, stellen we vragen en ontstaat een gesprek met de leerlingen. Omdat ze op deze manier zelf ontdekken, maakt dat wat ze zien meer indruk”, zo verwoordt Bruggink de aanpak. Zelf kijken is essentieel. “De meeste mensen kijken langer naar de bordjes dan naar het schilderij. Ze vertrouwen er niet op dat ze zelf veel zien.”
Vergeleken met tien jaar geleden kunnen de kinderen minder lang stilzitten. “Ze hebben een ZAPP-mentaliteit. Ze willen meer zien. Musea als het Amsterdam Museum en het Tropenmuseum spelen daar met interactieve programma’s op in, maar mijn ervaring is dat de kinderen daar niks van leren. Ze drukken fijn op de knoppen. Dat leidt eigenlijk af. Interactieve installaties kunnen interessant zijn, maar alleen als ze goed worden ingezet.”
Discussie over naakt
Bruggink merkt dat de Kunstkijkuren niet alleen het kijken en nadenken bevorderen. De lessen laten ook kinderen met een niet-westerse achtergrond kennismaken met het (Nederlands) cultureel erfgoed. Dat zorgt soms voor discussie. Bijvoorbeeld met een islamitische meisje dat in het Rijksmuseum geschokt reageerde op een zestiende-eeuws naakt. Ze vond dat dat daar niet mocht hangen. Bruggink legde uit dat de kunstenaar het ook had gemaakt om te laten zien hoe goed hij mensen en hun spieren kon schilderen. Veel kunstenaars in Europa streefden dat na. Daar wilde de leerling over nadenken. Een week later kwam ze erop terug. Ze vond het toch niet erg dat het schilderij er hing. “Ik ben het alleen niet gewend”, zei ze. Dat leverde haar een daverend applaus op van haar klasgenoten.
Moderne en hedendaagse kunst leidt soms tot filosofische of religieuze gedachten. Bruggink vertelt over die keer dat een klas keek naar een schilderij van Malevitsj van tamelijk abstracte mensen en bomen. Op de vraag waarom de kunstenaar dat zo had geschilderd, antwoordde een ander islamitisch meisje: “Misschien was Malevitsj wel heel gelovig en wilde hij zeggen dat alles uit dezelfde bron voortkomt.” Bruggink: “Dat ligt misschien niet zo ver van de waarheid.”
Foto: Kunstkijkuren
Beelden doorzien
De lessen reiken verder dan de kunstschatten alleen. “Kijken is denken. Beter leren kijken, leert beter denken”, formuleerde een collega. Bruggink beaamt dat. “Je leert er zelfstandig door denken. We leven in een tijd waarin veel beelden op ons afkomen. Wat is echt, wat is gemanipuleerd? Het is van belang dat je dat doorziet.”
“Kijken is denken”
Soms brengt de kunst het gesprek op maatschappelijke onderwerpen of gevoelens. Op een dag keek een klas naar het laatste schilderij van Vincent van Gogh. “Zo voel ik me ook”, merkte een leerlinge op. Later bleek dat het meisje zelfmoordgevoelens had. Bruggink gaf het door aan de juf en controleerde of het meisje hulp kreeg.
Voeling met de wereld
Bruggink zag de vacature voor docent vlak na haar afstuderen aan het Sandberg Instituut. Een baan naast haar praktijk als kunstenaar leek haar prettig vanwege de ‘voeling’ met de wereld. Het bood inzicht in de collecties van toonaangevende Amsterdamse musea én leverde geld op. “Het maakt je vrijer als je niet financieel afhankelijk bent van het kunstenaarschap. Je autonome werk hoeft niet direct verkocht te worden en je bent niet genoodzaakt in opdracht te werken.”
Op pad
Van de tien kunstlessen per klas geeft ze er één op school. Voor de andere lessen bezoeken de leerlingen onder haar leiding topinstituten als het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum, maar ook het Stedelijk Museum (voor zover open), het Tropenmuseum, het Amsterdam Museum en de Hermitage. Normaal gesproken gaan de leerlingen niet of nauwelijks naar musea, met uitzondering van de veelal blanke kinderen uit de grachtengordel en Amsterdam-Zuid.
Rembrandt
Onderzoek naar cultuurdeelname van volwassenen wijst uit dat kinderen die de Kunstkijkuren volgden, later actiever zijn dan leeftijdsgenoten zonder. Desondanks strandt het project deze zomer, na 64 jaar. Dat ligt volgens Bruggink niet aan de scholen. Die zijn enthousiast, zo blijkt uit enquêtes. De Amsterdamse stadsdelen die het project financieren, willen iets anders. Maar een visie en alternatieve plannen bleven tot dusver uit. Bruggink vreest dat het geld voor kunst- en cultuureducatie versnipperd raakt.
Mogelijk gaan de basisschoolleerlingen na de opheffing van de Kunstkijkuren nog twee keer naar een museum of kunstenaarsatelier in de eigen wijk. Bruggink: “Op zich is dat leuk, maar moet dat in de plaats komen van Rembrandt, Van Gogh en Mondriaan? Ruil je negen samenhangende lessen in topmusea in voor twee keer een eenmalige rondleiding op een plek naar keuze?” Het antwoord laat zich raden.
www.kunstkijkuren.nl
www.estherbruggink.nl
Esther Bruggink maakt beelden en video’s van menselijke en dierlijke figuren. De figuren bevinden zich vaak in een sluimertoestand, ergens tussen slapen en waken, kwetsbaar in hun verlangens en beperkingen. Haar werk is verleidelijk en afstandelijk tegelijkertijd. De bijzondere technieken die ze gebruikt, leveren lichte, ongrijpbare beelden op, immaterieel bijna.
In Schoonoord (Drenthe) staat een beeld van haar hand. Marieke (2010) is een jonge vrouw op de rand van volwassenheid.
Samen met Mirjam Somers maakte Bruggink de video Fathom
KUNST VAN DE DAG / GALERIES.NL ACTUEEL- 30/9/2007
Kunst van de dag door Alexander Mayhew
X
Zonder titel
Esther Bruggink
Het werk van Esther Bruggink (1971, Groningen) zag ik voor het eerst in de Grote Kerk in Den Haag en daarna bij Den Haag Sculptuur 2004. Haar werk is niet vaak te zien, omdat het zo arbeidsintensief is
om te maken. De door haar gecreëerde personages zijn een handwerk van liefde. Haar werk `Rusalka` dat bij Den Haag Sculptuur werd tentoongesteld was zo geliefd dat het uit haar glazen vitrine werd
gestolen en nooit meer is teruggevonden.
De curator van de tentoonstelling `Femmes d`Europe àSaint-Tropez` vorig jaar in Saint-Tropez wilde per se het werk `Rusalka` tentoonstellen. Toen deze gestolen bleek te zijn, heeft Bruggink een nieuw
exemplaar moeten maken. Dit nieuwe exemplaar volgt echter niet precies de vormen van de eerste Rusalka. Onder Bruggink`s handen vindt telkens een nieuwe geboorte plaats. Elk nieuw werk heeft zijn
eigen karakter, zijn eigen persoonlijkheid. Niets kan zomaar over worden gedaan of worden gerepliceerd. Uiteindelijk lag Bruggink`s werk tussen de werken van grote namen als Rineke Dijkstra en Annette
Messager.
Haar beelden zijn opgebouwd uit stukjes polyesterfilm, die met borduurgaren rond een armatuur van messingdraad worden genaaid. In dit specifieke beeld van een baby of embryo ziet men door het
transparante polyesterfilm een aderstructuur. Deze is gemaakt van roodgekleurd rubber. Alle elementen van de sculptuur worden door de kunstenares met de hand gevormd.
Deze sculptuur is poëtisch te noemen door de transparantie en de lichtheid van het gebruikte materiaal en door de rustige slaaphouding van het kindje. Aan de andere kant is het maar de vraag of het kindje
wel zo rustig slaapt. Misschien is het nog niet eens geboren en hebben we te maken met een embryo. Misschien heeft er überhaupt nooit leven in gezeten en kijken we naar een klein lijkje. De lichtheid en
de transparantie van het materiaal verleiden en misleiden tegelijkertijd. Bruggink weet in deze sculptuur de vreugde bij het zien van nieuw leven te verenigen met het gruwelijke besef van tijdelijkheid. Het
is een synthese van `memento mori` en `carpe diem`.
In april 2008 kunt u het werk van Esther Bruggink weer aanschouwen. Samen met Myriam Somers stelt zij haar werk tentoon bij Galerie 37 Spaarnestad in Haarlem.
.
Copyright 2007: (achtergrond en archief)
Alexander Mayhew
De poëtische sculpturen van Esther Bruggink
Ciska Jonkers, Textiel Plus, nr.206, winter 2008
Lopend door Amsterdam geniet ik zoals altijd weer van de bijzondere winkels met hun fraaie etalages. Mijn tocht, dwars door de stad, voert mij naar Esther Bruggink (1971).
Dagelijks ontvang ik via mijn mail ‘Kunst van de dag’ met altijd weer een inspirerend verhaal over een kunstwerk. (www.galeries.nl). In september 2007 viel mijn oog op een foto van het bijzondere ‘beeldhouwwerk’ van Esther Bruggink. Hoogtijd dus om haar werk nader te bekijken.
Beeldhouwkunst
Esther studeerde monumentaal en sculptuur aan de Sint Joos academie in Breda. Na het afronden van de academie is zij naar Antwerpen gegaan om zich daar de klassieke technieken van het beeldhouwen en model boetseren eigen te maken. Terug in Nederland volgt zij ook nog de studie autonoom aan het Sandberginstituut in Amsterdam. In 1999 studeerde zij af met een video waarin zijzelf en haar rode poppenschoenen een rol speelden. In deze video maakte zij al gebruik van getekende lijnen op haar lichaam.
De beeldhouwkunst is de basis van haar werk. Haar videokunst presenteert zij dan ook als een sculptuur. Aan haar studietijd in België heeft Esther veel contacten overgehouden met Belgische kunstenaars. Zij exposeert regelmatig in België. Het kunstenaarsklimaat spreekt haar daar meer aan. Het is veel poëtischer, volkomen anders dan de meer conceptuele benadering van de Nederlandse kunst.
Materiaal
Haar eerste beeld maakte Esther van papier. Een vrouwenhoofd met lange vlechten. Zij realiseerde zich wel dat papier geen grote houdbaarheid heeft en op den duur vergeelt. Een zoektocht naar materialen die voor haar de transparantie weergeven van haar gevoelens over haar werk.
Polyesterfilm is het uiteindelijke materiaal waarvan haar beelden zijn gemaakt. Bij strijklicht lijkt de polyesterfilm halfdoorschijnend maar vertoont een transparantie als het licht er doorvalt. Elementen zoals draden en rubber versterken de transparantie en kwetsbaarheid van het beeld.
Inspiratiebron
Oude mythen en sprookjes zijn de inspiratiebron voor Esther. Sprookjes zijn immers een metafoor op de werkelijkheid. Een werkelijkheid waarin het niet altijd goed hoeft te gaan. De Eenhoorn is een fabelachtig dier in de gedaante van een paard met een lange gedraaide hoorn. Een motief dat men vaker gebruikt in de kunst. De Eenhoorn is een zuiver dier dat verwijst naar schoonheid, verlangen en puurheid. De eenhoorn kon volgends het volksgeloof alleen door een reine maagd worden gevangen. Ook vandaag nog speelt de eenhoorn een magische rol in de literatuur. In ‘Harry Potter en de steen der wijzen komt een eenhoorn voor. Hij wordt weergegeven als het nobelste dier dat er bestaat, een krachtig magisch dier wiens zilveren bloed Voldemort drinkt om in leven te blijven.
In Parijs hangen, in het Musee de Cluny, de beroemde middeleeuwse, geweven wandtapijten’ La Dame et la Licorne’.
Werkwijze
De Eenhoorn van Esther Bruggink is een prachtig dier dat op de grond ligt en fier rond kijkt. Het werk is opgebouwd uit koperdraad. Zij bouwt een metalen frame om de juiste verhoudingen te zoeken. Als dit klaar is, komt er een tweede frame om met zo min mogelijk metaaldraad de essentie van de lijnen vast te leggen. Met een klein chirurgennaaldje naait Esther de stukjes polyesterfilm aan elkaar. Soms zet zij deze polyester film ook nog aan het frame vast. Een zeer arbeidsintensieve manier van werken. Het lijnenspel van de aan de elkaar genaaide delen is onderdeel van het lijnenspel en geeft een bijzondere uitstraling aan het werk.
Haar beelden krijgen bijzondere namen mee. Rusalka, de naam van de sprookjesopera van Dvorak, gebaseerd op het verhaal van de kleine zeemeermin van Andersen. De moderne zeemeermin met zuurstoftanks van Esther gaat over de mens en het kunstmatig in leven houden van deze. Het verhaal vindt zij niet van belang voor de toeschouwer. Het beeld moet altijd voor zich spreken. Dit beeld heeft zij echter opnieuw moeten maken omdat het op de tentoonstelling in Den Haag werd gestolen.
Naast haar vrije werk wordt Esther Bruggink regelmatig gevraagd voor kunsttoepassingen in gebouwen. De justitiële jeugdinrichting in Lelystadschopmmelt hoog in de centrale hal een meisje. Om haar heen hangen glazen ballonen vrij in de ruimte en enkele glazen ballonnen komen zelfs door de muur naar buiten.
Volgend voorjaar komt er een tentoonstelling over haar werk in Haarlem. Een unieke gelegenheid om het werk van Esther Bruggink te zien!